vrijdag 5 maart 2010

patat

Patat bakken is een kunst en ik kan vol trots zeggen dat ik deze kunstvorm redelijk beheers.
Daar ging een hele studie aan vooraf.
Ten eerste: veel patat eten, proeven en bedenken welke ik nu de lekkerste vind.
In de Voetboogsteeg in Amsterdam zat mijn eerste grote patatliefde mede door de Belgische sauzen, Andalusiësaus is echt zo lekker! Toen friet van snackkot Eiburgh, die als ze goede zin hebben er zelf tartaarsaus bij maken of er heerlijk stoofvlees bij serveren. Mijn laatste vlam is het Friethoes, eerder al uitgebreid beschreven.
Maar nu zelf aan de slag.
Ik had al met veel belangstelling het frietbakverslag van Janneke Vreugdenhil gelezen op haar nrc-next blog en sinds ik laatst Jeroen Meus van Plat préféré met de hand én een lineaal de ideale frieten zag snijden was ik om.

Op advies van een vriend ging ik naar de aardappelboer bij de markthallen en zei hem dat ik friet ging bakken, hij gaf me een zak van 25 kilo grote Agria's mee.
Ik kocht olie (een mix van zonnebloem & arachide), sleep mijn messen en ging aan de slag.
Ik vind ze het lekkerst met een beetje schil, dus het is zaak alle modder goed van de aardappels te boenen. De beste maat is een friet van 1 centimeter breed & dik en lekker lang.
Die leg ik zolang ik de rest snijd in koud water
Vers gesneden wrijf ik ze goed droog met een schone theedoek.
Het vet verhit tot 140 graden, exact gemeten met mijn kookthermometer.
Bak de frieten zo'n 10 minuten voor zonder ze te laten kleuren, laat ze helemaal afkoeken.
Stook het vet op tot 180 graden. Bak de frieten tot ze goudbruin & krokant zijn. Dit duurt ongeveer 4 minuten. EVen uit laten lekker in een vergiet of op wat keukenpapier. Dan goed zouten, daar heb ik speciaal zo'n friet-zout-bus voor gekocht. Proef de friet voor of ze goed gezouten zijn. Direct serveren, liefst met fijne mayo. Zelfgeklopt of een flinke klodder Hellmann's.

Zomers serveer ik deze frieten, als je boft mét stoofvlees in mijn havenrestaurantje Chez De Duikelaar



Geen opmerkingen:

Een reactie posten